Historie

In 1672 werd het dorpje Passy afgescheiden van Auteuil. De kerk Notre-Dame-de-Grâce oftewel d'Annonciation, die tot dan toe dienst had gedaan als dependance van de parochiekerk van Auteuil, werd de parochiekerk.

Op dit kerkhof werd de zoon van maarschalk d'Estrades (?-1715), ambassadeur van Venetië en Turijn begraven. Ook de overblijfselen van de geestelijke abbé Le Ragois (?-1730), biechtvader van Madame de Maintenon en huisonderwijzer van de duc du Maine, is hier begraven. Deze geestelijke heeft een belangrijke rol gespeeld voor Passy. In de tuin van huis in Passy ontdekte hij een bron met zwavelhoudend water, een feit dat in die tijd Passy op de kaart heeft gezet.

Het kerkhof van de nieuwe parochiekerk werd wat verderop aangelegd, op de kruising van wat nu de rue Annoncitation en rue Lekain zijn, langs het oneven deel van rue Lekain.

HIer is de in 1800 gestorven Italiaanse componistNicolas Piccini (1728-1800) begraven. De componist deed veel stof opwaaien doordat hij een groep aanhangers - Piccinisten - kreeg die streden tegen de aanhangers van Glück - Glückinisten tijdens het bewind van Louis XVI.
Inmiddels is ook deze ruimte gebruikt voor het bouwen van huizen, maar een plaquette op de ingang van een gebouw aan de kruising rue de Annonciation en rue Lekain herinnert nog aan het feit dat de overblijfselen van de beroemde componist zich hier bevinden. Hij was toen hij in 1800 stierf door een val in de rue de la Montagne was hij 72 jaar oud. Zijn dochter Bari eiste in 1888 zijn overblijfselen op, maar die waren inmiddels al niet meer te traceren onder de bebouwing.

In 1802 werd het kerkhof gesloten, maar een klein deel bleef bewaard. Het bevond zich aan de rue Lekain, ter hoogte van nummer 3 – 5. In het slecht 50 vierkante meter grote lapje grond bevonden zich de overblijfselen van Etienne Delessaert, vader van Benjamin, Francois en Gabriel Delessert. Etienne was de bankier die in 1782 de 'la Caisse d'escompte' en verzekeringsmaatschappij voor verzekeringen tegen brand oprichtte. In 1816 stierf hij op de leeftijd van 81 jaar.
Zijn zoon Benjamin, die stierf in 1847 op 74-jarige leeftijd, nam de leiding over bank 'Banque de France' over. Ook hield hij zich tijdens het bewind van Napoleon bezig met industriële ontwikkeling. In 1801 richtte hij een raffinaderij voor suiker op in Passy. Ook hield hij zich nog bezig met de verwerking van katoen. Hij werd bekend als filantroop en richtte de 'Caisse d'épargne' op.
Zijn broer François Marie ligt ook hier begraven, hij bereikte de leeftijd van 88 jaar in 1868.
De familie Delessert kocht het terreintje op om te verzekeren dat familieleden hier een exclusieve laatste rustplaats zouden kunnen genieten. De overblijfselen zijn bij de sluiting die uiteindelijk onvermijdelijk was, overgebracht naar begraafplaats Passy.

De oude begraafplaats zorgde voor veel overlast door vervuiling aan de rue Lekain. In 1802 besloot men de begraafplaats te sluiten en een nieuwe begraafplaats te stichten op een stuk grond dat een stadsgenoot Bonneau hiervoor ter beschikking stelde.
Het terrein bevondt zich aan de rand van de boulevard die aangelegd werd langs de ´Mur des Fermiers-Généraux´, de boulevard de Longchamps. Het geheel was slechts 9 are groot, maar werd in de loop der tijd verschillende keren uitgebreid tot de huidige 17 are. Tegenwoordig ligt het met de oostzijde aan het place Trocédera. Er worden, zoals gebruikelijk voor de Parijse begraafplaatsen sinds januari 1874, slechts eeuwigdurende concessies uitgegeven.

De begraafplaats Passy zoals deze nu bestaat, opende zijn deuren op 20 september 1820.
Het gebouw bij de ingang is ontworpen door architect Berger en dient als aula en ontvangstruimte voor de familie en vrienden bij begrafenissen. De drie bas-reliefs die het gebouw verfraaiien zijn van de hand van de beeldhouwer Janthial (1935).

Op een geringe oppervlakte bevinden zich vele beroemde graven, wat al aangeeft dat dit kennelijk als snel werd gezien als een begraafplaats voor de betere stand. Dat is ook wel in te denken, omringd door de hoge muur, de monumentale ingang en de mooie aanleg van de parkachtige begraafplaats, straalt de begraafplaats een deftige sfeer uit. Met name het westelijke deel, waar de grotere kapellen en praalgraven zijn te vinden, is zeker de moeite waard. Gluur vooral ook eens binnen bij de kapellen, een kijkje in het interieur levert vaak bijzondere verrassingen op!